Muur met rode en blauwe verf
Gastblog, Leiderschap, Verenigde Staten

It’s the states, stupid!

Komende week maakt Joe Biden zijn running mate bekend. Later in augustus zijn de (door corona aangepaste) nationale conventies van de Republikeinen en Democraten, waarbij de presidentskandidaten formeel hun nominatie aanvaarden. Daarmee barst de campagne voor de verkiezingen op 3 november in volle hevigheid los. Maar er staat meer op de Amerikaanse stembiljetten dan alleen de keuze voor president. Veel meer.

Een grote hoeveelheid federale, statelijke, en gemeentelijke verkiesbare posities, en lokale referenda, staat op dezelfde dinsdag 3 november op het spel. Waarom is het de moeite waard om juist de verkiezingen op staatsniveau in de gaten te houden?

De macht van de staten

Waar de bewoner van het Witte Huis logischerwijs verreweg de meeste aandacht krijgt, gezien zijn of haar aanzienlijke macht in het Amerikaanse politieke systeem, is het van groot belang wie er gekozen worden in het Congres, op de gouverneursposten, in de volksvertegenwoordigingen van de staten, en in de steden. Immers, baanbrekende wetgeving, zoals de Affordable Care Act (Obamacare), is alleen mogelijk wanneer een president zich gesteund weet door voldoende volksvertegenwoordigers van zijn eigen partij. En vertegenwoordigers en gouverneurs in de staten drukken daar hun stempel op door hun invloed op het vaststellen van de kiesdistricten.

Alle staten hebben net als de federale overheid een Huis en een Senaat, met als uitzondering Nebraska, dat een volksvertegenwoordiging heeft van één kamer (de ‘Unicameral’). In totaal zijn er dus 99 wetgevende organen in de staten. Van die 99 zijn er voor 86 organen verkiezingen dit jaar. De Republikeinen hebben momenteel in de meeste kamers een meerderheid: 61, tegen 37 waar de Democraten de grootse partij zijn.

In de midterms van 2010 wonnen de Republikeinen een groot aantal zetels in de staten. Vóór die verkiezingen bezetten de Democraten 4.031 zetels, en de Republikeinen 3.246. Na november 2010 was die verhouding nagenoeg omgedraaid. Dat kwam voor de Republikeinen goed uit, omdat kort daarna een census werd gehouden, zoals elke tien jaar gebeurt. Op basis van die volkstelling wordt het aantal zetels per staat in het federale Huis van Afgevaardigden bepaald. Ook de grenzen van hun kiesdistricten worden dan opnieuw vastgesteld. Het zijn overwegend de volksvertegenwoordigers en gouverneurs van de staten zelf die het laatste woord hebben over redistricting.

Kiesdistricten vaststellen is een politiek spel

Wie de macht heeft in de staten vertaalt zich daardoor naar de landelijke politiek. Bovendien levert macht in de staatsparlementen een bonus op in Washington, D.C. Want de grenzen van de districten kunnen zodanig worden gemanipuleerd, dat de meerderheidspartij electoraal voordeel heeft: door de achterban van de andere partij zoveel mogelijk te concentreren in één of enkele districten, wordt het makkelijker om de overgebleven districten te winnen met slechts een kleine meerderheid. Kortweg gaat het erom dat een partij probeert met het minimaal benodigde aantal stemmen de politieke winst te maximaliseren. Dit proces heet ‘gerrymandering’. De term is een samentrekking van Gerry, de gouverneur van Massachussetts in de vroege 19e eeuw, en salamander. Gerry ondertekende namelijk een wet waardoor een van de nieuwe, vervormde districten voor de staatssenatoren op een salamander zou lijken die om de andere districten heen kronkelde (zie afbeelding, waarbij de salamander vervangen is door een draak).

Hoewel het tegenwoordig niet altijd zonder meer wordt toegestaan, heeft gerrymandering ervoor gezorgd dat de Republikeinen in veel staten een voordelige uitgangspositie hadden in de verkiezingen van 2012 en daarna. Ter illustratie: in de midterms van 2018 bleven twaalf van de zestien afgevaardigden van Ohio Republikeins, terwijl die partij over de hele staat gemeten slechts 52 procent van de stemmen kreeg. Zie het kaartje van Ohio voor een indruk van de vreemde vormen die districten kunnen aannemen als gevolg van gerrymandering.

Een ander berucht voorbeeld is North Carolina, waar de Republikeinen 10 van de 13 districten konden winnen, terwijl beide partijen in totaal evenveel stemmen kregen. De persoon die verantwoordelijk was voor de indeling in die staat gaf het partijpolitieke doel ook ronduit toe:

“I think electing Republicans is better than electing Democrats. So I drew this map to help foster what I think is better for the country.”

David Lewis, Republican member of the North Carolina general assembly

Volgens sommige onderzoekers betekent de huidige indeling van districten zelfs dat de Democraten landelijk ongeveer elf procentpunt méér stemmen moeten krijgen dan de Republikeinen (en niet simpelweg een meerderheid) om de meerderheid in het Huis van Afgevaardigden te kunnen behalen. In 2012 wonnen de Republikeinen een meerderheid van 33 zetels, terwijl ze minder dan de helft van het totaal aantal stemmen kregen.

Belang van 3 november

Na 3 november wordt voor de korte termijn duidelijk hoe sterk Donald Trump of Joe Biden staat als president, omdat dan ook de machtsverhoudingen in beide kamers van het Congres kunnen veranderen. Voor de politieke junkies maakt inzoomen op de ruim 7.000 zetels in de staten het mogelijk om iets te zeggen over redistricting en de kansen voor de partijen in het Huis van Afgevaardigden in 2022, en daarmee voor het tweede deel van de volgende presidentstermijn en de acht jaar daarna. Ja, de winnaar van de strijd Trump-Biden zal alle aandacht naar zich toe trekken na 3 november. Voor de diepere machtsverhoudingen geldt echter: ‘It’s the states, stupid!’.


Maarten Katsman is Amerikanist en schrijft gastblogs voor American Storytelling in het kader van het Verkiezingsjaar 2020. Lees meer

Een gedachte over “It’s the states, stupid!”

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s