Gastblog, History, Leiderschap, Verenigde Staten

Washingtons beperkte macht en invloed

Op de dag van de bestorming van het Capitool was er ook belangrijk regulier politiek nieuws: de Democraten wonnen de twee Senaatszetels van Georgia. Door de fall-out rond de bestorming, inclusief een historische tweede impeachment van de president, is het lastig door een normale bril naar de Amerikaanse politiek te kijken.

De gebeurtenissen zijn ongekend, maar wellicht niet verrassend. Zie ook mijn eerdere stuk over gewapende groepen in de Amerikaanse democratie: deze gaan niet zomaar meer weg. Niettemin is het belangrijk in het oog te houden in welk politiek landschap president Joe Biden terechtkomt, wanneer de extremiteiten van de huidige periode eenmaal zijn weggeëbd. Het nieuwe Democratische overwicht in de federale politiek kan hierbij misleidend zijn. De individuele staten hebben immers veel te zeggen over binnenlands beleid. Wat zijn daar de resultaten? Hoe is het gesteld met de machtsverhouding tussen Republikeinen en Democraten onder de oppervlakte?

Vicepresident Harris beslist

Terwijl de ongefundeerde beschuldigingen van fraude in de presidentsverkiezingen blijven aanhouden, hebben de Republikeinen weinig moeite de uitslag van de andere verkiezingen te accepteren. In het Huis van Afgevaardigden hebben ze weliswaar geen meerderheid behaald, maar tegen de verwachtingen in is het verschil in zetels met de Democraten wel geslonken (nu nog 10, tegen 35 vóór de verkiezingen). In de Senaat kregen de Democraten vlak voor 3 november de beste kansen toegedicht, maar ook daar vielen de resultaten tegen voor hen. Slechts door de late dubbele overwinning in Georgia (wellicht geholpen door de complottheorieën van vooraanstaande Republikeinen) behaalden de Democraten de kleinst mogelijke meerderheid in de Senaat. De verdeling is precies 50 zetels tegen 50, waardoor de nieuwe vicepresident, Kamala Harris, in haar rol als voorzitter van de Senaat de beslissende stem heeft in dat orgaan. Nationaal hebben de Democraten daarmee de zogeheten trifecta veroverd: controle over het Witte Huis en beide kamers van het Congres.

De toch wel verrassende overwinningen in Georgia zijn zeer goed nieuws voor Biden. Het betekent dat de Republikeinse senatoren benoemingen voor kabinetsposten en andere belangrijke functies, inclusief eventuele nieuwe rechters voor het Hooggerechtshof, niet zo makkelijk kunnen dwarsbomen. Biden moet dan wel alle Democratische senatoren binnenboord kunnen houden, met deze 50-50 verdeling kunnen de Democraten zich geen enkele afvallige veroorloven.

Een zee van rood

In de staten staan de zaken er minder rooskleurig voor. Netto verloren de Democraten 133 zetels in staatscongressen. Een deel van de Democratische winst van 2018 (toen netto +308 zetels) is hiermee weer tenietgedaan. De Republikeinen behouden dan ook hun meerderheid in staatszetels: 3.986 tegen 3.315. De kleine staat New Hampshire is een goed voorbeeld van de Republikeinse voorspoed op lokaal niveau. Democraat Joe Biden won hier de presidentsverkiezing, net als zijn partijgenoten in alle verkiezingen sinds 2004. In het Huis van Afgevaardigden en de Senaat van New Hampshire bij elkaar verloren de Democraten echter 47 zetels. Daarmee raakten ze ook hun meerderheid in beide kamers kwijt.

Met uitzondering van Nebraska heeft elke staat twee wetgevende kamers (Huis en Senaat). De Republikeinen hebben nu een meerderheid in 61 van de in totaal 99 kamers. Bovendien is het aantal Republikeinse gouverneurs ietsje gegroeid na 3 november 2020: dat zijn er nu 27, tegen 23 Democraten (er werden in slechts 11 staten gouverneursverkiezingen gehouden afgelopen november, dus heel veel beweging was hier onwaarschijnlijk).

Waarom is dat nu belangrijk voor de nationale politiek? Iedere 10 jaar vindt een census (volkstelling) plaats, op basis waarvan het aantal afgevaardigden per staat wordt vastgesteld. Tegelijkertijd worden de districten van die afgevaardigden opnieuw bepaald, en ook die van de lokale vertegenwoordigers. Dat doen die laatstgenoemden grotendeels zelf. De partij die in zo’n censusjaar goed scoort op lokaal niveau kan het zichzelf daardoor makkelijker maken om goede resultaten te behalen, ook op federaal niveau, in de 10 jaar daarna. Zie voor een uitgebreidere uitleg hierover mijn eerdere stuk over het fenomeen ‘gerrymandering’.

Federalisme

Behalve deze electorale langetermijngevolgen heeft de machtsverhouding binnen de staten ook direct invloed op de uitvoering van nieuw beleid. Neem bijvoorbeeld de Affordable Care Act, beter bekend als Obamacare. Deze hervorming van de gezondheidszorg, hét speerpunt van president Obama aan het begin van zijn eerste termijn in 2009, is op federaal niveau ondanks hevige weerstand aangenomen omdat ook toen de Democraten een trifecta in Washington hadden. Dat betekent echter niet dat de hervorming werkelijk in alle staten is doorgedrongen. Een belangrijk deel van de wet, uitbreiding van het ondersteuningsprogramma voor mensen met een laag inkomen (Medicaid), is in bijna de helft van de staten niet ingevoerd. Het Hooggerechtshof besloot dat de staten die optie zelf mogen bepalen, en een groot deel van de staten ziet daar dus vanaf.

De nieuwe regering van Biden schiet vanaf woensdag 20 januari direct uit de startblokken. Normaal gesproken is er op de eerste dag nog wel enige ruimte voor feestelijkheden, maar vanwege de toch al sobere inauguratie is daar weinig behoefte aan. Met een aantal executive orders, presidentiële decreten, wil de nieuwe president alvast zoveel mogelijk ‘schade’ van zijn voorganger repareren of terugdraaien. Naast de decreten, waar het Congres niet voor nodig is, wil Biden direct op de eerste dag plannen indienen met grote impact: hervorming van de immigratiewetgeving. Hierbij zijn de Democratische meerderheden in het Congres essentieel. Goede start of niet, of hervormingen beklijven, hangt in het Amerikaanse federalistische systeem af van de staten.


Maarten Katsman is Amerikanist en schrijft gastblogs voor American Storytelling. Lees meer

Geef een reactie