Gastblog, History, Leiderschap, Verenigde Staten

‘Stand back and stand by’ Gewapende groepen in de Amerikaanse democratie

Amerikaanse steden zijn sinds afgelopen zomer het toneel van demonstraties en protesten, waarbij soms geweld uitbreekt. Hierbij is regelmatig sprake van gewapende groepen burgers die de orde komen ‘handhaven’ of ‘herstellen’, vaak van buiten de steden of zelfs staten waar het om gaat.

Niemand minder dan de president van het land wakkert dit vuurtje verder aan. Bij het debat met Joe Biden weigerde president Trump rechtsextremistische groeperingen te veroordelen, en hij droeg een van die groepen, de Proud Boys, zelfs op: ‘stand back and stand by’, blijf paraat tot nader order. Zwaarbewapende groepen die mogelijk verkiezingen gaan verstoren, het is ondenkbaar in een functionerende democratie. Maar ja: ‘only in America’.

Overheid als noodzakelijk kwaad

Het wantrouwen van de federale overheid, zichzelf kunnen verdedigen, en opkomen voor de lokale gemeenschap zijn fundamentele begrippen in de Amerikaanse geschiedenis. Voor een substantieel deel van de Amerikanen is de overheid een ‘necessary evil’, een noodzakelijk kwaad. Soms leidt dit tot gewelddadig extremisme. In de jaren ’90 leefde de zogeheten militia-beweging op, als deel van een bredere anti-overheidsbeweging, mede door incidenten als ‘Ruby Ridge’ (1992) en ‘Waco’ (1993). Dit waren uit de hand gelopen belegeringen van woongemeenschappen door de FBI en andere overheidsdiensten, met dodelijke schietpartijen tot gevolg. De incidenten bevestigden voor veel Amerikanen dat de federale overheid gevaarlijk en tiranniek was, en dat het voor burgers noodzakelijk was het recht op wapenbezit te behouden en uit te oefenen. Sommige organiseerden zich in lokale milities. Volgens burgerrechtenorganisatie Southern Poverty Law Center (SPLC), die extremistische groeperingen monitort, telde de VS in 1996 enkele honderden milities, verdeeld over alle 50 staten. Die milities telden naar schatting 20 tot 60 duizend leden in totaal, maar konden rekenen op steun van enkele miljoenen sympathisanten.

Bron: https://www.splcenter.org/sites/default/files/yih_2020_antigovernment_groups_chart_0.jpg

De populariteit van de Amerikaanse anti-overheidsbeweging volgt een golfbeweging , onder andere afhankelijk van wie er in het Witte Huis zit. Zo was er een piek van 858 groepen van deze beweging in 1996, toen Bill Clinton president was, en van 1.360 in 2012, toen Barack Obama werd herkozen. De laatste jaren nam het aantal groepen weer af, tot 576 in 2019. Maar het SPLC concludeert dat de retoriek van de militia-beweging, over bijvoorbeeld de komst van een nieuwe burgeroorlog , de afgelopen jaren een vlucht heeft genomen. In de aanloop naar de komende verkiezingen in is het discours van de gewapende militia-beweging verheven tot het nationale niveau. Er is echter iets geks aan de hand: niet langer de federale overheid op zich is de vijand. De belangrijkste vertegenwoordiger van die overheid, de president, is zelfs een belangrijke bondgenoot geworden. De agressie richt zich nu voor een groot deel op ‘links’.

‘When girls were girls and men were men’

Een van de groepen die openlijk steun betuigt aan president Trump is de Proud Boys, en die steun lijkt sinds het verkiezingsdebat wederzijds te zijn. De Proud Boys zijn tegen feminisme en propageren genderstereotypen waarbij de vrouw ondergeschikt is aan de man. Ze willen terug naar ‘when girls were girls and men were men’. Toch spreekt dit ook sommige vrouwen aan, want er is een zelfstandige ‘zusterorganisatie’ exclusief voor vrouwen, de Proud Boys’ Girls. Over deze Girls is vrij weinig bekend. De apostrof in de naam, achter Boys, verraadt misschien genoeg over de onderliggende verhoudingen tussen de Boys en de Girls.​

De Proud Boys horen niet per se bij de anti-overheidsbeweging, maar passen binnen het scala aan extremistische groeperingen met een deels eigen, deels overlappende ideologie. Er is sprake van verheerlijking van geweld, ze streven naar een kleine overheid of zijn zelfs uitgesproken anti- overheid, en ze zijn vaak racistisch, antisemitisch en seksistisch. Zo stelt de Anti Defamation League (ADL) dat de Boogaloo-beweging, net als de Proud Boys vaak aanwezig tijdens recente demonstraties, als organisatie niet racistisch is, maar wel white supremacists als leden heeft. Als het niet zo ernstig was levert het soms grappige dilemma’s op: moeten deze groeperingen Black Lives Matter steunen vanuit de anti-politiegedachte, of prevaleert het racisme?

Gevecht om de ziel van Amerika

Een verklaring voor de steun van groepen als de Proud Boys aan Trump ligt misschien in het feit dat hij nog steeds als buitenstaander wordt beschouwd, als niet behorende tot de politieke kliek in Washington. Daarnaast is de échte vijand, volgens de zelfverklaarde burgerwachters, niet zozeer Joe Biden zelf, maar de mensen die hem zogenaamd beheersen: linksradicalen. Trump doet er alles aan om deze verkiezing af te schilderen als apocalyptisch gevecht om de ziel van Amerika. Bij winst van Biden zou alles wat Amerika Amerika maakt vernietigd worden.

Als Trump inderdaad de verkiezingen verliest, zijn de Amerikanen nog niet van deze groepen af. Volgens sommige analisten hebben ze alles wat ze nodig hebben om een ‘stay-behind’-netwerk te vormen (een begrip uit de krijgswetenschap: verzetsgroepen van burgers die een bezetter het leven zuur maken). Door te dreigen met geweld, of door zelfs geweld te gebruiken, kan zo’n netwerk nog jarenlang ‘links’ onderdrukken en isoleren. Meest waardevol daarbij is de toestemming van de top: Trump. Ik trek niet snel een vergelijking met nazi-Duitsland, maar de omstandigheden doen toch denken aan de knokploegen en vrijkorpsen die de straten van Berlijn terroriseerden aan de vooravond van de nazi-machtsovername. De eerste dodelijke slachtoffers zijn al gevallen. Hopelijk blijft het verder bij retoriek, en zet de VS zijn bewonderenswaardige traditie voort van een vierjaarlijkse vreedzame machtsoverdracht.


Maarten Katsman is Amerikanist en schrijft gastblogs voor American Storytelling in het kader van het Verkiezingsjaar 2020. Lees meer

Een gedachte over “‘Stand back and stand by’ Gewapende groepen in de Amerikaanse democratie”

Geef een reactie